Canalblog
Editer l'article Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
Publicité
Boske y An en America del Sur
29 mars 2008

Cusco + Inca Trail

Hey allemaal,

Eerst en vooral enorm bedankt aan iedereen die reeds meegeholpen heeft geld te verzamelem voor Traveller Not Tourist!

Fenomenaal hoe het totaal bedrag erop vooruit gegaan is tijdens onze afwezigheid van vier dagen! Die vier dagen waren trouwens ongeloofelijk, soms vermoeiend maar oh zo mooi. Magisch! Ondertussen zitten we weer in zelfde feesthostal als vorige week waar we genieten van het internationaal gezelschap, het geweldig ontbijt, de bar, het gratis internet en natuurlijk de donsdekens (!!!) terwijl we onze getergde voeten en knieen verzorgen. Maar zoals altijd beginnen we bij het begin!

Vorige donderdag was dus een blogdagje; Alles in orde gebracht, wat met mensen in hostal gebabbeld en met een aantal Duitsers gaan lunchen in de stad. Cusco is schitterend, boordevol geschiedenis maar toch voorzien van alle faciliteiten. We lopen kathedraal en kerk binnen op Plaza de Armas, normaal moet je betalen maar gezien de Paasfestiviteiten konden we gratis binnenglippen en genieten van al dat moois. Wel, mooi is relatief natuurlijk, veel goud, zilver en ander geglitter en als je dan weet in welke condities de Spanjaarden al dat moois vergaarden dan verliest het plots wat van zijn charme. Maar bon, toch enkele mooie schilderijen en schitterend houtwerk. s Avonds rondgehangen in bar hostal en met hopen Duitsers en Australiers gebabbeld, was heel gezellig.

Vrijdag 21 maart ontbeten we uitgebreid vooraleer we de stad gingen ontdekken. Zo veel te zien in Cusco; kathedraals, kerken en kloosters daterend uit de Spaanse kolonisatie periode maar ook Inka muren en ruines daterend uit de tijd voor de Spanjaarden hier de beest kamen uithangen. Naar huis gebeld met Skype (ik ben fan!) en daarna El museo de arte precolumbiano bezocht, een schitterend museum dat niet zou misstaan in Londen of Parijs. De stukken die ze tentoon stelden waren zo mooi en de presentatie alleen al was de moeite van het bezoeken waard. s Avonds weer in ons hostal gegeten en hele avond met twee heel sympathieke Peruviaanse meisjes uit Lima gebabbeld.

Zaterdag was een zeer archeologisch getint dagje. We lieten ons door een minibusjes droppen op 8km van Cusco bij de ruines van Tambomachay. Van daaruit wandelden we terug naar Cusco midden door de natuur, met schitterend panoramisch zicht over Cusco en langs nog drie andere Inka complexen. Tambomachay is bronnen complex dat waarschijnlijk door Inkas gebruikt werd als heilige plaats waar ze water vereerden. Aan de overkant van de straat lag een groter complex dat Puca-Pucara heet en dat op een fort lijkt maar waarschijnlijk door de Inkas als een soort herberg/opslagplaats werd gebruikt. Het zicht op de vallei vanuit de ruines was heel mooi dus we stopten daar ook om onze lunch op te eten. Daarna probeerden we naar het volgende ruinecomplex te wandelen maar aangezien we een short cut gevonden dachten te hebben, liepen we volledig fout. In het midden van het veld vonden we wel nog een andere Inka ruine die we niet op de kaart terugvonden. Je valt hier letterlijk over de geschiedenis. Uiteindelijk vonden we dan toch de weg naar Qenqo; een immense grot die de Inkas aangepast hebben aan hun noden. Ze hebben er onder andere een troon en een offertafel in uitgehakt. Ook zijn er restanten van een amfitheater te zien. Daarna wandelden we naar de grootste en meest toeristische ruine, Saksaywaman (ook wel Sexy Woman genoemd door toeristen wiens tong de originele benaming niet aankan). Saksaywaman is immens groot, ook al blijft er vandaag de dag maar 20 procent van het originele complex over. Een immense vlakte met daarrond muren van 20m hoog gemaakt door stenen van meer dan 200 ton perfect in elkaar te zetten. Het geheel is met zoveel precisie gedaan dat je er letterlijk geen naald tussen kan krijgen. Er bestaan honderden theorieen over hoe de Inkas dit gedaan zouden hebben maar zekerheden hebben we niet. Eigenlijk weten we bijster weinig over de Inkas en alles wat je leest wordt ergens anders weer in vraag getrokken. Beetje frustrerend, waarschijnlijk daarom dat hopen mensen het hele vraagstuk gewoon afdoen als een creatie van een aantal verdwaalde aliens. Een theorie die tot op de dag van vandaag ook nog niet bewezen is.... Langs Saksaywaman weer naar Cusco teruggekeerd waar ik me een geschiedenis boekje over Inkas en Cusco kocht om eindelijk te begrijpen waar ik naar keek. Zoals eerder gezegd heeft het dus eerder meer verwarring gezaaid, soit. s Avond weer gebabbeld met mensen en niet te laat in bed gekropen om ons al wat aan te passen aan Inka trail ritme.

Zondag 23 maart was een zeer rustig dagje. De nodige voorbereidingen voor de Inka Trail gemaakt, veel lezen in geschiedenisboekje, Spaans leren, kaartjes gekocht en geschreven, en naar de San Pedro markt geweest die heel levendig en kleurig was. Weer genaaid (ik word hier een regelrechte specialiste) en s avonds Duitsers eerste avond teruggevonden.

Maandag was het dan zover; om vijf uur ging de wekker en twintig minuten later stonden we gepakt en gezakt aan de receptie samen met twee Canadese meisjes. Anderhalf uur in de bus later kwamen we aan in Oyantalltambo, een klein dorpje waar we ontbeten en waar ze de plastic ponchos, wandelstokken en coca-bladeren zowat naar ons hoofd smeten. We kregen een eerste indruk van onze groep, zag er wel gezellig uit. Amerikaanse dertigers en twintigers, een Canadese familie met kinderen tussen de 14 en de 20, een ouder Australisch koppel, een Noors meisje en wijzelf, hoeft niet gezegd dat er dus alleen maar Engels gesproken werd! We kropen nog een veertigtal minuten in de bus en werden toen uiteindelijk gedropt aan km 82, het begin van de Inka Trail! Eerste dag was vrij gemakkelijk wat trekken betrof: Veel op en neer maar weinig echt steile hellingen. We werden al meteen geconfronteerd met de wisselvalligheid van het weer in de bergen want binnen een tijdsspanne van een half uur hadden we recht op regen-zon-regen. De natuur was heel anders dan wat we tot nu toe tijdens trekkingen gezien hadden: Heel groen, grillige bergen, en hopen ruines! De eerste die we tegenkwamen waren de ruines van Wilkarakay die ons meteen een idee gaven van de groot(s)heid van de ruines die we nog zouden tegenkomen. Onze eerste lunch bleek een waar feestmaal te zijn, onze kok slaagde er telkens in de lekkerste dingen te maken op zijn draagbaar gasvuurtje. Ongeloofelijk. Dit was een soort trekken dat wij niet gewend waren: Wanneer je op de kampplaats aankwam stonden eten en tent klaar, wachtte men je op met applaus en warme thee of vruchtensap en stonden de bakjes met warm water en zeep al klaar naast de eettent. Ongeloofelijk. Trekken, dit? Vakantie, ja!!! Rond een uur of vier waren we in het kamp en Boske ging zelfs nog even voetballen met de porters (de mensen die onze spullen droegen en die als berggeiten de berg op en af holden) eer we gingen slapen. Voetballen op meer dan 3000m, toch niet ideaal bleek naderhand!

Dinsdag werden we om 5.30u gewekt en na een geweldig ontbijt met pannenkoeken begonnen we aan wat als de zwaarste dag van de Inka Trail bekend staat: Op een dag 1200m omhoog klimmen tot aan een pas van 4200m die bekend staat als 'Dead Womans Pass'. We werden voor die gelegenheid ook ingewijd in de geheimen van het coca kauwen in de hoop dat dat ons juist de extra energie boost zou geven die we nodig hadden om de top te bereiken. Degoutant, maar het effect is wel vergelijkbaar met enkele blikjes RedBull (en een bezoek aan de tandarts want je wang is helemaal gevoelloos). Na twee uur klimmen wachtte er een snack op ons die zo immens was dat ze makkelijk lunch had mogen heten. Met een hernieuwde dosis suiker in ons bloed haalden we nog eens twee uur later de top, me maar tevreden. Boske en ik hadden weinig last van de hoogte en waren fysiek na al ons eerder getrek echt wel voorbereid dus heel erg moeilijk hebben we het nooit gehad. Slow and steady was ons motto en dat bleek erg efficient te zijn. De laatste mensen kwamen drie uur na ons aan dus we mogen wel zeggen dat we een goed ritme aanhielden (de enige die ons constant voorbij rende was de veertienjarige zoon van de Canadese familie, dat was echt een berggeit :-). Op de top hielden we een ceremonie voor Pachamama die vooral inhield dat we zelf Pisco van 40graden achterover sloegen wat ons helemaal niet stoorde aangezien het regende en koud was! Helemaal verwarmd begonnen we daarna aan de afdaling tot aan ons kamp waar we twee uur later met knikkende knieen aankwamen en weer geweldig eten kregen. Daarna werden we voorgesteld aan de porters en gingen we wat slapen voor het avondeten. Boske en ik voelden ons soms op ons ongemak door de onderworpenheid van de mensen die voor de organisatie werkten en die voor ons applaudiseerden wanneer we aankwamen en opsprongen bij het minste woord van ons. Maar dat hoort waarschijnlijk bij de service wanneer je 400dollar voor vier dagen betaalt.... we hadden het toch liever op onze manier gedaan, hoewel het wel eens leuk was om s ochtends pannenkoeken en omelette te krijgen in plaats van cornflakes met melkpoeder en gletsjerwater. Ach, alles heeft zijn voor- en nadelen, laten we het daar op houden!

Dag drie van de Camino del Inka beloofde minder hard te worden dan dag twee, maar wel een stuk langer. Om iets na vijven stonden we weer op en na weer een geweldig ontbijt begonnen we aan de stevige klim naar de tweede pas (3900m). Op de weg daarnaartoe kwamen we langs een heel klein maar mooi gevormd Inka complex dat Runkuraqay heet. Daarna nog verder omhoog en na de pas weer hopen trappen naar beneden om aan onze lunchspot te geraken. We passeerden een immens Inka complex dat boven de hele vallei over torenden en daalden eindelijk af tot in de jungle om aan onze lunchspot te geraken. Alles groen, nat, mossig en chaotisch, wat een andere wereld weer dan de grassige valleien waar we tot nu toe doorgekomen waren. Na de lunch klommen we langzaam omhoog tot de derde pas langs bergpaden uitgehakt in de bergwand. Rechts van ons honderd meter steile muur omhoog, links honderden meters steile muur naar beneden. Niet voor mensen met hoogtevrees maar het zicht over de omliggende valleien was absoluut fantastisch! Na de pas daalden we weer af, hetgeen voor vele mensen een van de ergste delen van de trip was: 2000 treden naar beneden, wat ongeveer overeenkomt met twee uur zware belasting van de knieen want die Inkas hadden nog niet begrepen dat kleinere treden makkelijker waren. Het pad was schitterend, slingerde zich langs steile bergwanden, door dichte jungle, langs watervallen en ruines, eeuwig dezelfde grote stenen, spiegelglad door de regen. Dampende valleien vol mist en groene toppen, half verborgen Inkacomplexen ter grootte van een voetbalstadion die plots voor je opdagen, via grotten waar de Inkas treden in gekapt hadden, het hield niet op. Absoluut schitterend. s Avonds was de laatste lunch samen met onze ondertussen toch wel hechte groep en de fenomenale kok was er in geslaagd een geglazuurde taart te bakken voor ons, in the middle of nowhere... We kregen allemaal wat Sangria, namen afscheid van de porters door alle coca die we nog hadden in een zak te steken met een stevige tip en kropen daarna ons bed in want om 4.30u was het opstaan geblazen.

De laatste dag begon met een soort geforceerde mars richting Machu Picchu. Iedereen wilde er eerst zijn wat een soort toeristisch zoogevoel met zich meebracht waar we niet echt van gediend waren. Na anderhalf uur stappen kwamen we aan bij de Zonnepoort vanwaar je normaal gezien het eerste zicht op onderliggend Machu Picchu hebt. Wij stonden echter voor een immense witte muur, zo n dichte mist dat wachten niet echt nuttig leek. Beetje gedesillusioneerd door de anticlimax kwamen we een half uur later aan op de site van Machu Picchu die we nauwelijks konden ontwaren door de dichte mist en regen. We besloten dan maar gaan te onbijten en iets warms aan te trekken en toen we buitenkwamen begon het op te klaren en een half uur later stond iedereen in T-shirt en werd de factor 50 bovengehaald. We kregen een tour door het complex van onze gids en liepen dan richting ingang Wayna Picchu, de immense berg die naast Machu Picchu oprijst en die door slechts 400 mensen per dag beklommen mag worden. We waren bij de laatste 30 en begonnen de supersteile, eindeloos lange trappen te beklimmen. Een klein uur later kwamen we aan op de top, ondertussen was het alweer beginnen regenen en de meeste mensen daalden alweer af. Een dik half uur lang zaten we daar, boven op de top van de berg, met zicht op Machu Picchu onder ons, met zicht op immense bergen en nog diepere dalen overal rondom ons, in de zeikende regen. En het was absoluut geweldig. Er zijn zo van die momenten die magisch zijn en met geen pen te beschrijven. Eigenlijk is de hele Inka trail met geen pen te beschrijven en geven de fotos een beter beeld, hoewel ook die al dat moois nog tekort doen aangezien we nu eenmaal geen 360graden fotos kunnen nemen. Toen we de berg terug afgeklommen waren voelde ik mijn benen niet meer en ging iets warms halen om te drinken en aan te trekken terwijl Boske nog wat rondliep op de site. Daarna namen we een busje naar Aguas Calientes waar we met de hele groep afgesproken hadden om 14u in een lokaal (en overpriced) restaurant. Daar babbelden we nog hele tijd met iedereen na en probeerden ondertussen nog een ticket voor de trein van 18u te pakken te krijgen zodag we niet nog een dag in dit gat vastzaten. Dankzij de ongeloofelijke vasthoudendheid en tact van Boske slaagden we daar nog in ook met als gevolg dat we om 18u op de trein zaten en om 19.30u in Oyllantaytambo aankwamen vanwaar we met de hele troep via bus getransferred werden naar Cusco. Na anderhalf uur slapen in de bus nam iedereen afscheid in Cusco en vertrokken we terug naar onze donsdekens in het leuke hotel samen met de Canadese meisjes met wie we een taxi deelden. Aangekomen wilden we meteen in bed kruipen maar geraakten aan de praat met een Ests en een Zweeds meisje met wie we de kamer deelden. Uiteindelijk was het dus toch nog bijna middernacht eer we in bed lagen na onze zalige maar zeer vermoeiende dag!!!

Vandaag kan ik samenvatten door te zeggen dat ik vooral naar een computerscherm gestaard heb, al bellend met Skype, al bloggend of al fotos uploadend. Niet echt boeiend dus, vooral praktische dingen zoals was doen, tickets boeken, etc.

De komende dagen hangen we nog in Cusco rond, nog wat bezoeken in de stad en zondag staat een georganiseerde trip naar de Sacred Valley op het programma waar we nog heel veel mooie ruines gaan bezoeken. Maandag compenseren we dan waarschijnlijk voor al dat denkwerk door ons van een 120m hoog platform te werpen, nee we zijn niet suicidaal maar gaan waarschijnlijk bungeejumpen!! Maandagavond nemen we dan een nachtbus naar Arequipa waar we een maand voor Traveller not Tourist gaan werken. Dat was het dan weer, wat een boterham, volgende keer meer! Kus

Bonjour tout le monde,

 

voila de nouveau un petit temps qu'on ne vous a rien fait savoir donc voici quelques nouvelles.

Jeudi 20 mars on avait commence la journee par ajourner le blog, toutt en faisant connaissance avec quelques allemands. A midi on va manger dans un petit resto sympa avec ceux-ci. An parle bien la langue donc pas de problemes pour elle, moi j'etais tout content quand ils parlaient anglais (ce qu'ils faisaient la majorite du temps. Ils sont gentils les allemands.). On fait ensuite une premiere petite decouverte de la ville; plaza de armas, la cathedrale,... Mais pas tres long car la toilette m'appelle. On passe l'apres-midi et la soiree a l'auberge a discuter avec des allemands et des australiens. On ne sort pas car je n'ose pas m'eloigner des bonnes toilettes de l'auberge. Quand il faut rester assis la 1/4h toutes les heures, autant que les toilettes soient confortables...

Vendredi 21 mars on retente la promenade en ville; re-plaza de armas, re-cathedrale, quelques rues avec des murs incas et encore une autre superbe eglise. Quoique, superbe? Les tonnes d'or et d'argent dans toutes ces eglises nous degoutent un peu quand on voit comme la population est pauvre, et puis quand on sait comment les espagnols on fait pour se procurer toute cette richesse, ca perd tout son charme. L'apres-midi on retourne a l'auberge pour se r'installer sur les bonnes toilettes et en fin d'apres midi on fait un tour au Museo de Arte Pre-Columbiano. Superbe musee pleins de trucs qui datent d'avant l'arrivee des espagnols. Le soir on discute avec des Peruviennes de Lima et on va dormir pas trop tard.

Samedi 22 mars ca va deja mieux les intestins. On en profite pour prendre un petit bus direction Pisaq. On sort aux ruines de Tambomachay de ou on va marcher 8km en descente jusqu'a Cuzco en passant par 4 sites archeologiques. Tambomachay est donc le premier site qui est un lieux ou les Incas veneraient l'eau. Ensuite Puca-Pucara qui etait une sorte d'auberge pour incas qui se deplacaient, quoique le nom signifie Fort Rouge. Entre celui-ci et le prochain site c'est une longue promenade avec des superbes vues sur ces montagnes autour de Cuzco. Quelques belles vues sur la ville meme aussi et puis on arrive a des ruines dont on decouvrira que ce ne sont pas celles qu'on cherchait. On fait un petit tour la et puis on demande aux gens locaux par ou on doit continuer (on n'est pas perdu, on a juste fait un petit detour imprevu...) et on arrive finalement a Q'enqo ou les incas ont creuse dans la roche pour se faire un petit salon sympa muni d'un trone pour l'Inca (en fait Inca signifie chef, donc les Incas n'existent pas. Il y a juste l'Inca et ses sujets...) et d'une table pour sacrifier des animaux. Tres joli tout ca. Ensuite on se dirige vers Saqsayhuaman (les touristes retiennent le nom parce que ca ressemble a Sexy Woman), le plus grand complexe de ruines, bien que seulement 20 pour cent du total soi visible... Pourtant c'est immense. Le site consiste en une immense esplanade avec d'un cote des murs fabriques d'enormes blocs (l'Inca voyait Cuzco comme une ville avec la forme d'un Puma, ces murs devaient representer les dents du Puma. Le Puma etant tres important dans la religion Inca.) de l'autres des escaliers et des terasses qui menent a un petit temple. En rentrant a Cuzco on fait un petit arret a une eglise de ou on a une superbe vue sur la ville. Le soir, rien d'exceptionnel. On prefere aller dormir tot vu que dans 2 jours le reveil sonnera a 5h pour le depart sur le Chemin de l'Inca.

Dimanche 23 mars rien de passionant. Une petite promenade dans le marche San Pedro (pleins d'odeurs et de couleurs comme d'habitude), un petit resto et les preparatifs pour le Chemin de l'Inca. Comem y'a pas grand chose a dire sur cette journee, un petit cours d'histoire. Le Chemin de l'Inca est celui que les incas (ou plutot les gens qui etaient sujets de l'Inca) employaient pour arriver a Machu Picchu, la ville sacree. La cite a ete redecouverte par Hiram Bingham, un anglais si je me souviens bien, en 1911, quoi qu'il soit peu probable que les fermiers locaux n'etaient pas au courant de l'existence de cette cite. Ensuite le chemin de l'inca a ete mis a jour petit bout par petit bout, avec toutes les ruines sur le chemin. De nos jours le seul moyen de faire cette route est de le faire en tour organise, cad en groupe de 16 personnes, avec deux guides et pleins de porteurs. Ceci coute donc la peau des fesses, mais on le decouvrira les prochains 4 jours, ca vaut la peine. Et puis pour nous qui avons deja fait plusieurs randonnees celle-ci a un aspect tres vacances: pas de tente a porter, pas de nourriture a porter, on ne doit pas cuisine ni monter notre tente. On nous demande juste de marcher, de profiter du paysage et de manger ce qu'on nous prepare...

Lundi 24 mars c'est donc le grand jour. On se leve a 5h et vers 5h45 le petit bus passe nous prendre. 1h30 plus tard on est a Ollantaytambo pour le petit dejeuner. Je m'achete un baton de marche pour affronter toutes les marches et des feuilles de coca (a ne pas confondre avec son derive la cocaine) et encore 40 minutes de bus plus loin on est au depart du Chemin. Notre groupe est compose de deux beges (c'est nous), une famille de Canadiens, 6 americains et une norvegienne autour de la trentaine et deux australiens de 55-60 ans. Il y a aussi 2 guides et 22 porteurs (!!!) a notre service, dont deux cuisiniers. La premiere journee n'est pas supposee etre trop dure. Quelques montees, quelques descentes beaucoup de plat, mais rien de tres raide.  On commence la route le long de la riviere Urubamba et apres un petit temps on quitte cette vallee. C'est la qu'on voit les premieres ruines Incas: des masses de terasses et un petit chateau fort. Un peu plus loin on monte pour avoir une superbe vue sur la vallee et apres ca il est temps de se ravitailler. Quand on arrive, les porteurs nous applaudissent pour nous feliciter, nous ca nous met tres fort mal a l'aise  que les gens qui portent 30kg et nous depassent nous felicitent. On n'est pas habitues a ce genre de traitement de roi et on ne l'aime pas. On s'etonne de la quantite autant que de la qualite de la nourriture. Meme quand on va au resto on ne mange pas aussi bien nous. Encore quelques heures de marches et on arrive au premier campement vers 4h30 (les porteurs applaudissent denouveau. Ils feront ca a chaque fois qu'on arrive quelquepart. On deteste; c'est eux ceux qui meritent les applaudissements, pas nous). Les tentes sont deja montees, on doit juste deplier notre sac a couchage et attendre le repas. Pendant ce temps je vais jouer avec quelques autres touristes au foot contre les porteurs. Je dois dire que je m'estimais habitue a l'altitude (on est quand meme a 3000m), mais je constate que compare aux porteurs j'ai les poumons de quelqu'un qui a vecu 23 ans avec 10 cigarettes en bouche... Repas exquis et au lit a 8h30.

Mardi 25 mars on se leve a 5h45 pour la journee qui est supposee etre la plus dure. Au programme: monter jusqu'a 4200m et redescendre a 3600 apres. Pendant toute la journee le soleil, les nuages et la pluie se battent, mais c'est normal en montagne. Surtout qu'on est a la fin de la saison des pluies ici. A part le temps tres variable on passe par 10 couches ecologiques, tous les 200m de montee on remarque que la vegetation change... On passe de la jungle a la steppe de montagne en quelques heures. A 10h30 un petit casse croute nous attend: popcorns, biscuits, petits pains, the, etc. Et vers 13h30 on arrive au sommet, Dead Woman Pass. Quand les nuages disparaissent un instant, la vue est absolument superbe. On prend une photo de groupe (sans 2 americains qui n'ont pas pris le temps de s'habituer a la hauteur et qui mettront donc encore 1h30 a arriver) et on commence la descente. Personellement je prefere la montee: si c'est trop fatiguant  il suffit de ralentir. La descente par contre c'est toi contre la gravite: il faut freiner en permanence et comme ces incas s'amusent a mettre des marches partout impossible de faire des petits pas. Enfin on arrive au campement vers 15h, epuises, les genoux en compote. Un bon petit repas et il nous reste toute l'apres-midi. Tout le monde veut aller dormir, mais on va d'abord faire connaissance avec les porteurs. Notre guide (qui ne connais pas les porteurs, ni leur langue le Quechua) demande d'abord qui est le chef-porteur, comment il s'appelle, puis qui est le plus vieux porteur, le plus jeune porteur, les cuisiniers et finalement chaque porteur dit son nom et on applaudit. Tout ca parait un peu force comme ceremonie, mais certains des porteurs ont vraiment l'air d'apprecier et comme c'est la seule fois ou c'est nous qui applaudissont les porteurs on se lache. An s'est tape un coup de soleil ou un petit rhume, ca ne va pas tres bien mais elle ne peut pas encore aller dormir: a 5h il y a un petit 4h et a 7h le souper. Y'aurait-il moyen de grossir pendant le Inca Trail? Le soir le ciel se degage et on voit des milliers d'etoiles. Ensuite on s'habille car la nuit sera tres froide.

Mercredi 26 mars reveil a 5h30 pour la journee la plus longue. 15 km au total en allant de 3600 a 4000 a 3400 a 3700 a 2700m de hauteur. Ca va donc monter et descendre toute la journee et comme bouquet final on se tape 2000 marches en descente. Inutile de dire que ca fait mal aux genoux... On commence donc la journee par une sacree montee jusqu'au second col, de ou on a une tres jolie vue sur le col du jour precedent et on voit la silhouette qui donne le nom a ce col (col de la femme morte). Ensuite on entreprend la premiere descente de la journee tout en profitant de quelques superbes vues et on s'arrete 30 minutes pour visiter des ruines Inca dont le but principal etait probablement de transmettre de l'information vers le prochain tas de ruines (comme les Incas n'avaient pas de language ecrit, la plupart de choses qu'on dit a propos d'eux est de la speculation... Et toutes les ruines qu'on voit sont reconstruites par le gouvernement Peruvien qui ne pense pas que le touriste est capable de s'imaginer grand chose). 20 minutes de marche plus tard (ou comme dirait notre guide "dans 10 minutes" et 10 minutes apres "dans 10 minutes") un bon petit repas nous attend. Ensuite on monte vers le second col de la journee. Cette partie est vraiment fantastique: on est dans une partie tres humide, sur un superbe chemin fabrique par les incas, au bord de falaises de 600m de profondeur. Juste dommage que les nuages cachent les sommets de 6000m qu'on est supposes voir. On passe aussi a travers un tunnel creuse par les incas a travers la roche (et ils n'avaient pas de marteaux-piqueurs pour le creuser). On est aussi frappes par le changement soudain de la vegetation lorsqu'on passe le col. En trois pas on passe de la jungle humide a la steppe de haute montagne. Apres le col les 2000 marches commencent (les porteurs les appellent les "gringoknee-killers"), avec une petite pause apres 268 marches pour visiter le seul temple sur le chemin de l'inca. Ensuite on continue les 2000 marches tout en etant etonnes de voir les porteurs qui eux courent vers en bas avec 30kg sur le dos. Personne comprend comment ils font pour faire ca 2 fois par mois sans rien se casser (leurs genoux doivent etre en une sorte de composite hyper solide). A 30 minutes de la fin on a encore le choix de faire un petit detour d'une demi heure pour voir un enorme complexe de terrasses Incas. Vachement impressionant a voir de loin et encore plus impressionant quand on est soi-meme dedans. Le soir on dit adieux a nos porteurs, le plus vieux d'entre eux ,Marco 52 ans, chante quelquechose en Quechua et il adore toute l'attention qu'il recoit. Et le cuisinier nous epate une fois de plus avec un delicieux gateau...

 

Jeudi 27 mars on se leve a l'heure inhumaine de 4h15 pour un petit dejeuner rapide et une marche qui ressemble a une marche forcee pour arriver le plus vite possible au Sun gate. Comme il est interdit de marcher quand il fait noir un poste de controle se trouve a la sortie du camp et les differents groupes y attendent quñils soit 5h30 pour pouvoir foncer en premier vers l'endroit de ou le soleil levant offre une superbe vue sur le Machu Picchu. Ce bout de 1h30 se fait donc colle a son voisin de devant. Juste avant l'arrivee il y a encore un escalier hyperraide avec des marches de 50cm de haut et puis la, la vue est magnifique...normalement. Nous on se contente d'un tres gros drap blanc qui couvre tout sauf nos pied. Le brouillard est tellement epais que ca ne vaut pas la peine d'attendre que ca s'eclaircisse. On descend donc vers Machu Picchu ou on arrive vers 7h30 du matin. On va deposer nos sacs a la garderie, on se ravitaille un peu (a des prix plus qu'europeens) bet puis on commence la visite du site. Apres quelques explications (douteuses?) on se met dans la file pour monter sur le Wayna Picchu. C'est la montagne a cote de MP de ou on devrait avoir une superbe vue. 300m de montee droit vers le haut, des enormes escaliers glissants, 45 minutes. De la haut on a effectivement une vue tout a fait fantastique. Pas de mots pour decrire ca, allez-y vous meme. Meme les photos ne represente pas bien le decor. en tout cas on voit la forme du condor que MP est suppose avoir, on voit les montagnes autour et on a la tete dans les nuages quand il se met a pleuviner. On a vraiment le sentiment d'etre au sommet du monde quand les orages bourdonnent dans nos oreilles. Quand on a froid on redescend et je me promene encore un peu sur le site. Ensuite on descend a Machu Picchu Town, ou Aguas Calientes, ou on a RDV avec le reste du groupe pour un dernier repas. Comme nos tickets de train pour le retur etaient reserves pour le lendemain c'est tout un bordel pour changer la date, mais finalement on prend celui de 6h pour arriver a Cuzco a 22h. On retrouve nos bons lits et on discute encore un petit temps avec deux suedoises de notre chambre et puis on se couche pour un sommeil bien merite...

 

Vendredi 28 mars on se leve pas trop tot et on s'occupe de notre blog, on appelle les parents et on reserve nos tickets vers Arequipa ou on arrivera mardi matin a 6h du mat pour commencer notre mois de volontariat. On reserve aussi notre tour de la vallee sacree pour dimanche et un saut Bungee pour lundi. On s'etonne aussi de la somme que notre recolte a deja rapportee. On est deja a 920 euros. Un tout grand merci a tout ceux qui ont verse, notre recolte a depasse toutes les attentes.

Publicité
Commentaires
F
Hoi An en Boske,<br /> Fijn dat jullie zo genieten in Zuid-Amerika. Maar wat voor Sabine en mij schitterend is, is dat wij een prijs van KLM hebben gewonnen en op Maandag 5 mei naar Rio mogen vliegen. Vandaaruit, na 4 dagen, een rondreis door Brazilië, o.a. Sao Paolo en Florianopolis. We zijn in de wolken.<br /> Vraagje aan jullie zijn jullie tussen 5 en 8 Mei in Rio, of kunnen we ergens anders afspreken, kortom wat is jullie schema in Brazilië?
S
In een woord: Adembenemend ....<br /> dikke kus
Boske y An en America del Sur
Publicité
Derniers commentaires
Publicité