Canalblog
Editer l'article Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
Publicité
Boske y An en America del Sur
7 juin 2008

Oruro-Sucre-Potosi

Hey allemaal!

Bericht vanuit Argentinie!  Jawel, via Oruro, Potosi, Sucre, Uyuni en San Pedro de Atacama (Chili) zijn we opnieuw in ons geliefde Argentinie beland.  Tot in San Pedro deden we dat allemaal samen met Fred en Bob wat niet alleen erg gezellig was maar ook erg handig aangezien het leven in Bolivie een stuk makkelijker is wanneer je niet afhankelijk bent van het openbaar vervoer.  We zijn dan ook wat sneller geweest dan geplanned wat waarschijnlijk tot gevolg heeft dat we enkele dagen in Asuncion, de hoofdstad van Paraguay, gaan doorbrengen eer we ons richting Brazilie begeven voor een blitzbezoek.

Fotos van al deze plaatsen kunnen jullie in album Bolivie terugvinden.

Dinsdag 27 mei lieten we La Paz achter ons en vertrokken richting Sucre samen met Fred en Bob.  Onze eerste stop op het programma was Oruro waar we na een uur of vier aankwamen en een kleinigheid aten.   Aangezien Fred en Bob een ander budget hadden, sliepen zij in een ander hotel maar we bezochten wel samen de stad en gingen s avonds samen op restaurant.  Oruro is bepaald niet de interessantste stad wat deels verklaard waarom ons restaurantbezoek het boeiendste deel van ons bezoek bleek.  Een andere verklaring was chef Roberto die de hele avond met ons babbelde en die privechef van beroemdheden over de hele wereld geweest was.  Stonden onder andere op zijn lijstje:  Hugh Hefner, Clinton, Reagan, Cher, Bill Gates,.....  Zijn restaurant Nayjama in Oruro was in de wijde omgeving bekend en de excentriciteit en geweldige verhalen van de chef zijn even populair als het eten.  Hij toonde ons zijn hele restaurant, bood ons zelf gebrouwen porto aan en was een vat vol levenswijsheid.  Ongeloofelijk!

Woensdag 28 mei informeerden we ons eerst en vooral over de blokkades tussen Oruro en Sucre (2500m) alvorens te beslissen dat we in plaats van de normale weg naar Sucre een veel langere en niet aangelegde weg zouden nemen die ons rond de wegblokkades zou moeten leiden.  In Bolivie zijn er elke drie dagen stakingen en blokkades, deze keer was het omdat er vorige zaterdag een grote rel had plaatsgevonden waarbij de lokale (blanke) Sucre bewoners enkele Indiaanse mensen (lees "Evo aanhangers") publiekelijk hadden vernederd.  Er zijn veel problemen tussen de rijkere laagland bevolking van Sucre en Santa Cruz die onafhankelijk willen zijn van het centrale La Paz waar Evo zit die verkozen is door de armere, Indiaanse hooglandbewoners.  Bij de rellen in Sucre waren 26 gewonden gevallen, de situatie zou vrij explosief zijn en we wilden dus goed geinformeerd zijn eer we vertrokken.  We reden de hele dag lang door kleine verwaarloosde dorpjes, lang mijncomplexen, door diepe dalen en over steile kliffen met zicht op heuvels en bergen in de meest absurde kleuren.  Aangekomen in Sucre gingen we naar een Frans restaurant waar we ons te goed deden aan verloren gewaande lekkernijen zoals bruin brood en geitenkaas.

Donderdag 29 mei beklommen we gevieren een heuvel die naast de stad lag en van waaruit we een mooi zicht zouden moeten hebben.  Onderweg kwamen we enkele Peace Corps medewerkers tegen waar we lange tijd mee babbelden.  Aangekomen op de top ontdekten we dat het Jezus beeld op de top nauwelijks boven de boomgrens uitstak en het zicht dus teleurstellend was.  Jezus proberen te beklimmen, poging onsuccesvol.  Op de terugweg iets gegeten en ontdekt dat straten nog steeds leeg waren en dat iedereen voetbalde en fietste dat het een lieve lust was.  Alles bleek geblokkeerd en de volledige stad was daardoor autovrij en lag lam.  De lokale bevolking profiteerde van deze onvoorziene dag vakantie en de stad was de hele dag erg aangenaam om in rond te kuieren.   Sucre is een schitterende stad in tegenstelling tot het hektische La Paz waar je met moeite de weg terugvindt.  Sucre is volledig wit.  Witte koloniale gebouwen en ook erg witten mensen in vergelijking met de rest van het land.  Het klimaat is er een van constante lente aangezien het een stuk lager ligt dan Oruro (3800m), Potosi (4060m) of Uyuni (3600m).

Vrijdag 30 mei bezoeken we in eerste instantie de niet erg indrukwekkende kathedraal van Sucre.  Daarna naar de Iglesia de la Merced die al een stuk mooier is en die bovendien een geweldig groot dak heeft waar we meer dan een uur blijven om van het zicht op alle witte huizen te genieten.  Daarna gaan we naar het Casa de la Libertad, museum over de geschiedenis van Bolivie waar je onder andere alle presidenten van Bolivar tot Evo kan terugvinden, net zoals de onafhankelijkheidsverklaring van het land.  Naderhand gaan we lunchen met zicht op de Plaza en brengen we een paar uur al luierend op de Plaza door, lezen en schrijven we veel en bekijken we internet.  s Avonds gaan we weer naar het Frans restaurant maar ik voel  me belabberd en eet nauwelijk iets.  s Nachts blijkt waarom:  Voedselvergiftiging...

Zaterdag 31 mei verlaten we Sucre en rijden we met Fred en Bob naar Maragua.  De weg is lang en kronkelend maar het zicht is schitterend.  In Maragua blijkt alles wat we wilden zien gesloten of niet toegankelijk, gelukkig dat een lokale familie wat textielstukken toont die F&B schitterend vinden zodat ze toch de tapijten konden kopen die ze zochten.  Maragua ligt in een krater, veel armoede maar de locatie is weer schitterend.    We rijden helemaal naar Potosi waar we s avonds aankomen.  Ik voel me nog steeds slecht en breng de rit dus vooral slapend door. s Avonds in het ijskoude Potosi heeft Boske plots serieus last van hoogteziekte en voelt zicht rotellendig.  Een soepje en ons bed in, daar komt het dus op neer.  Gelukkig dat we een superleuke kamer hebben in een torentje met zicht op Cerro Rico.  Potosi was enkele eeuwen geleden de welvarendste stad van Zuid-Amerika dankzij zijn Cerro Rico (rijke berg) waaruit men 80 per cent van al het goud en zilver haalde dat in de Spaanse kerken terug te vinden is.  Momenteel is Cerro Rico kapotgemijnt maar er wordt nog steeds gewerkt en je kan ook diep onder de grond de mijnwerkers gaan bezoeken.  Claustrofobie en overdosissen aan asbest in de mijngangen hielden ons echter tegen en we bleven braaf boven de grond.

Zondag1 juni brachten we de ochtend door met het wanhopig op zoek gaan naar ontbijt want alles bleek dicht (in Belgie lijkt dat logisch maar in de meeste Zuid-Amerikaanse landen is alles open op zondag dus wij zijn dat niet meer gewend!).  Tegen de tijd dat we een hotel vonden dat ons eten wilde geven zagen we allemaal scheel van de honger en de hoogte!  Daarna bezochten we het Casa de la Moneda, het munthuis van Potosi waar vroeger de munten voor Spanje geslagen werden.  Lange maar interessante tour doorheen Boliviaanse geschiedenis.  Naderhand voelden we ons allemaal nog vrij flauw door de hoogte en gingen wat lezen en luieren op de plaza en in het hotel.  Rust is zo belangrijk op een hoogte waar je niet eens normaal kan ademen en waar alles maar dan ook alles zo verschrikkelijk vermoeiend is.  Naderhand met ons tweetjes een lange wandeling door Potosi gemaakt.  Waar in Sucre alles pas geverfd lijkt, is Potosi een stad van vergane glorie.  Je ziet aan de omvang en de structuur van de huizen dat de stad ooit heel rijk moet zijn geweest maar tegelijkertijd is alles wanhopig op zoek naar een lik verf en zouden alle muren opnieuw gestukt moeten worden. 

Maandagochtend 2 juni ontbeten we uitgebreid en gingen daarna op zoek naar de artesanale markt van Potosi.  Deze bleek echter gesloten te zijn en na nog wat kerkjes bezocht te hebben besloten we de stad te verlaten en richting Uyuni te rijden.  Potosi was al verschrikkelijk koud en Uyuni zou nog erger zijn dus we bereidden ons op het ergste voor aangezien verwarming in Bolivie nog niet echt doorgedrongen is en alles met open deuren gedaan wordt zelfs bij nachttemperaturen tot -15 en dagtemperaturen die rond het vriespunt draaien.  Onderweg kwamen we een koppel tegen wiens truck in het zand vastgelopen was.  Fred's auto heeft een soort kabelgeval waarmee hij hen er weer uit kon trekken, erg indrukwekkend en het koppel was dolgelukkig want stond daar al vier uur in the middle of nowhere (en in Bolivie is dat letterlijk te nemen...).   Uiteindelijk aangekomen in Uyuni, hoogstwaarschijnlijk de triestigste stad van het Zuidelijk halfrond:  Beton, vuilnis, bijtende koude, armoede en bovendien alle toeristische accomodatie overpriced.  s Avonds in warme pizzeria lekker gegeten en voor het eerst met de slaapzak onder de hopen dekens geslapen met thermisch ondergoed en een fleece aan.  De vriendelijke pizzeria eigenaar wist ons te vertellen dat het tijdens de tweece nacht van de Uyuni tour -25graden zou worden, ik werd niet goed bij het idee alleen (want natuurlijk weeral geen verwarming, noch isolatie). 

Hierna volgden drie dagen in het Zuid-Westen van Bolivia op een georganiseerde tour die een absolute ramp bleek te zijn.  Gelukkig maakte het schitterende landschap veel goed!  Hierover later meer want anders zitten we nog een paar uur achter de computer en daar hebben we dus even geen zin in :-)  Dus tot binnen een paar dagen wanneer jullie de rest van onze zeer koude tour zullen kunnen lezen!  Ciao, wij gaan nu grandioos genieten van Argentijnse steak, salades en wijn en dat allemaal voor absurd weinig geld!  Cheers!!!

Bonjour tout le monde,

Pas mal de temps est passe depuis la derniere fois qu'on a poste des nouvelles et pas mal de choses se sont passees. En fait on est restes avec les deux gars et la jeep pendant tout notre trajet en Bolivie. Ils etaient tres sympas et ca nous faisait plaisir d'eviter les bus nocturnes boliviens, donc on a decide de continuer avec eux. Ils allaient plus vite que ce que notre planning prevoyait donc on n'avait moins le temps de s'occuper de notre blog. Depuis le lundi 26 mai on est passe par Oruro, Sucre, Potosi, la salar de Uyuni et San Pedro de Atacama au Chili. Maintenant on les a quittes et on a decide de prendre notre temps ici a Salta dans le Nord-ouest de l'Argentine... Dans ce post ci du blog on se limitera a tout ce qui s'est passe entre LaPaz et Uyuni. On garde donc le tour de la salar de Uyuni pour un prochain post, question de ne pas passer la journee entiere derriere des ordis: nous a tout ecrire et vous a tout lire. On mettra la partie de Uyuni dans quelques jours, peut-etre avec quelques infos a propos de Salta aussi... Enfin bon, apres ce tres long intro, voici le recit depuis le

mardi 27 mai. On prend un taxi vers l'appart de Fred ou les deux gars avec qui on avait fait LaPaz on foot nous attendent pour partir en direction de Oruro. On s'arrete un instant dans un petit village pour visiter une eglise. Ils ne sont pas habitues aux touristes ici, ils vont chercher un gars pour qu'il ouvre l'eglise specialement pour nous. Arrives a Oruro on s'installe dans un autre hotel que Fred et Bob et le soir on va manger dans un resto de renommee internationale (Nayjama) dont le chef a cuisine pour tous les grands de ce monde entre autre Ronald Reagan, Bill Clinton, Bill Gates, Sylvester Stallone et Hugh Hefner (les trois annees les plus dures de sa vie: un macho de l'amerique du sud entoure de playmates en permanence...)

mercredi 28 mai on se leve de bonne heure et apres avoir recus 20.000 reponses differentes a la question "y'a-t-il encore des bloquades? si oui, ou-ca?" on decide de s'aventurer vers Sucre par le chemin de terre qui est plus long mais plus beau que la route asphaltee. On est passe par les plus grandes mines de Bolivie, des villes minieres semi-abandonnee, des vallees profondes et des cols qui dominent le paysage. On a eu des superbes vues pendant toute la journee et on a vu toutes les couleurs de l'arc-en-ciel dans les roches Boliviennes. Le soir a Sucre on va manger a l'alliance francaise ou on decouvre des plats qu'on n'avait plus vu depuis longtemps.

jeudi 29 mai je commence par appeler ma petite soeur pour lui souhaiter bon annif. La pauvre est derriere son bureau entrain d'essayer de digerer l'un ou l'autre cours de psycho-je-ne-sais-plus-quoi. (Bonne chance pour la suite des exams Fanny) Ensuite on se dirige avec Fred et Bob vers la colline qui domine la ville. En y allant on se rend compte que la ville est tres calme, pas une seule voiture qui circule. Un peu plus tard on decouvre que c'est parce que les chauffeurs de bus font la greve et que ici quand les bus font la greve ils bloquent toute la ville en mettant leur bus au milieu des carrefours strategiques. On decide de grimper sur la colline pour avoir une vue d'ensemble de la ville, mais une fois en haut on est assez decus. La statue de Jesus ne depasse pas au dessus des arbres et donc on ne voit pas la ville, juste des arbres. An s'amuse a grimper vers Jesus et elle decide enfin de redescendre apres le vingtieme "Chou descend stp!". De retour au pied de la colline on se fait un resto de ou il y a vue sur la ville et l'apres-midi on se promene dans le centre. Tout est ferme a cause de la greve donc il n'y a rien d'autre a faire que de se promener. Au passage on se souvient que, comme Arequipa, cette ville-ci porte le nom "ciudad blanca"... Ici tout tout tout est vraiment blanc, et blanc propre. Pas gris comme a Arequipa. Sucre est superbe.

vendredi 30 mai on commence la journee par une petite visite rapide de la cathedrale. Rien d'exceptionnel: denouveau beaucoup trop de richesse autour de statuettes de Jesus qui ont l'air de souffrir beaucoup trop. Ensuite on va vers une autre eglise qui n'est pas geniale non plus, mais la on peut monter sur le toit. On reste longtemps sur le toit et on profite de la vue sur tous ces batiments blancs. Ca fait mal aux yeux toute cette lumiere. Ensuite on se dirige vers la Casa de la Libertad: la maison dans laquelle a ete signee la declaration d'independance Bolivienne en 1809. La Bolivie etait d'ailleurs le premier pays de l'Amerique du Sud a se declarer independant en 1809, mais le dernier a se liberer effectivement des colonisateurs en 1825. Dans cette maison on trouve plein de vieilles cartes, de vieux drapeaux, des peintures des grands bonnets de l'epoque, etc etc. Il y a aussi une salle avec les portraits de tous les presidents du pays, c'est choquant de voir comme ils sont nombreux a avoir obtenu le pouvoir par la force ou l'argent. Apres un bon petit repas au bord de la Plaza on se promene encore un peu en ville.

samedi 31 mai on veut prendre la jeep vers Potosi, mais au passage on a envie de passer par un tres joli petit village qui s'appele Maragua et qui devrait se trouver dans un cratere. Toutes les cartes donnent des infos differentes et les locaux aussi nous donnent des infos contradictoires jusqu'a ce qu'on comprenne la source de tous les problemes: un gentil flic nous explique qu'il y a 2 Maraguas a 30km l'un de l'autre. Ce petit bout d'info nous permet de continuer la route avec un peu plus de confiance en les cartes et apres 2h30 de route a travers des paysages superbes on arrive enfin a Maragua qui est effectivement un superbe village. Pardon, le village n'est pas special, mais la location est superbe: c'est dans un cratere de volcan et les rochers autour du village ont des formes tres bizarres. On cherche l'echoppe ou il devrait y avoir moyen d'acheter des tissus et apres quelques negociations Fred et Bob parviennent a acheter tout le stock d'une famille. Ensuite on se met en route vers Potosi ou on arrive en fin d'apres midi. Potosi est la ville la plus haute du monde a 4070m et ca se sent. An et moi on se sent tous les deux miserables et tout le monde va dormir tres tot.

dimanche 1 juin. Plus que 1 mois et 17 jours avant qu'on se retrouve sur le sol belge... ca s'approche nondidju! On commence la journee par la visite de la Casa de la Moneda, par ou tout l'argent qui sortait de Cerro Rico passait avant d'etre amene en Espagne. Et quand je dit tout l'argent c'est pas une petite somme: a peu pres 50% de tout l'argent qui a ete produit dans le monde depuis le debut du 17e siecle sort de cette montagne a cote de Potosi. On se dit qu'elle doit etre vide cette montagne et qu'elle pourrait s'ecrouler n'importe quand. L'apres-midi on se promene un peu en ville, on voit que c'est une ville qui a ete tres riche (elle etait aussi grande que Paris et Londres il y a 3 siecles): il y a partout de tres jolis batiments coloniaux qui sont dans un etat pitoyable. On est contents d'avoir vu cette ville et la montagne a cote, mais il fait tellement peu agreable ici car en plus du manque d'air il n'y a pas beaucoup de vent et on a l'impression de respirer direct les echappements des bus. Et puis les nuits il fait incroyablement froid ici...

lundi 2 juin on fait un petit tour dans la ville et on cherche un bancontact et ensuite on se dirige vers Uyuni. Une fois de plus la route est superbe et en plus cette fois on vit une aventure. Au milieu de nulle part une femme fait des grands signes a cote de son petit camion, elle est ensablee. Heureusement la jeep est munie d'un cable pour sortir les gens de situations pareilles. C'est assez chouette de voir la jeep qui sort le camion du sable et en plus la madame nous remercie sans arret. Puis ca fait du bien aussi de montrer que les gringos aussi savent etre sympas... (Quoique en lisant le livre que je viens de lire a propos de l'histoire de la Bolivie on comprend que les blancs ne sont pas recus les bras ouverts...). En fin de soiree on arrive a Uyuni et on decouvre une ville tres triste, tres pauvre, ou tout est poussiereux, sale, froid. Pas etonnnant vu que c'est a 3600m d'altitude et que c'est dans un desert, mais bon. On n'aime vraiment pas cette ville. On est content de pouvoir partir directement demain matin pour 3 jours en jeep dans le sud-ouest de la bolivie. Mais cette aventure la sera pour dans quelques jours...

Publicité
Commentaires
S
Weeral jaloers na het lezen van alles wat jullie weer gedaan hebben, maar natuurlijk ook heel erg genoten van alles wat je beschrijft en de foto's.<br /> kus,<br /> sabine
Boske y An en America del Sur
Publicité
Derniers commentaires
Publicité